Alle watersalamanders, maak je geen zorgen; er is een ter zake kundig ecoloog aanwezig!
“Vanaf maandag 24 november voeren we onderhoudswerkzaamheden uit aan de watergangen in de gemeente Wijchen. We werken aan de sloten in het buitengebied, de kasteelgracht in Wijchen, de waterpartij in de Kraaijenberg, de waterpartij bij de Vijverlaan en de waterpartij in park Wijchen Noord. Voor een goede waterhuishouding is het van belang dat de sliblaag die door de jaren heen ontstaan is, wordt verwijderd. De sliblaag is bijvoorbeeld ontstaan door blad dat het water is ingewaaid. We verwijderen het slib met een kraan. Op sommige plekken werken we met boten om het slib uit het water te krijgen. Tijdens de werkzaamheden kan het voorkomen dat er enige verkeershinder ontstaat. We proberen de overlast zo beperkt mogelijk te houden. We verwachten de werkzaamheden voor het einde van het jaar afgerond te hebben.”
Via Twitter stelt de leefbaarheidsgroep @WijchenWest een vraag aan @GemWijchen en de @GNMF Helpdesk van de Gelderse Natuur en Milieufederatie (http://www.gnmf.nl) over de gevolgen van slibverwijdering voor kikkers en padden. GNMF is een beetje onderbezet en Thijs Belgers stuurt de vraag door aan Arnold van Rijsewijk, Projectmedewerker RAVON Reptielen, Amfibieën en Vissen Onderzoek Nederland (http://www.ravon.nl/). We krijgen geen antwoord van de gemeente Wijchen. Wel van RAVON een keurige mail.
“Beste wijkvereniging,
Via de Gelderse Natuur- en Milieu Federatie kregen wij uw vraag of het verwijderen van slib gevolgen heeft voor amfibieën. Ja, dus en dat geldt ook voor vissen en andere waterbewonende faunasoorten. In hoeverre de verwijdering funest is voor amfibieën hangt mede af van o.a.: welke soorten komen voor (niet alle soorten zitten altijd in het water), in welke periode van het jaar wordt de schoning uitgevoerd (voortplantingstijd, overwinteringstijd etc.) en welk materiaal wordt er gebruikt (maaibalk, open korf etc.). De periode waarin voor wat betreft amfibieën de kans op slachtoffers het kleins is, is tussen begin september en half oktober. Dan hebben de meeste volwassen en juveniele amfibieën het water verlaten en kunnen eventueel nog vluchten. Gebeurd het later dan is de kans groot dat in het water overwinterende amfibieën aanwezig zijn.
Het een en ander is vastgelegd in o.a. een gedragscode van waterschappen (zie bijlage). Waar een uitvoerder rekening mee moet houden staat in de Brochure Buiten aan het werk (zie bijlage).
Hopelijk heeft u hiermee voldoende antwoord op uw vraag. Met vriendelijke groet, Arnold van Rijsewijk RAVON”
Op basis van dit antwoord en de meegeleverde documenten vragen we de gemeente Wijchen nogmaals om een reactie.
“Beste gemeente Wijchen,
De aankondiging voor de werkzaamheden watergangen vanaf 24 november geven zorgen, aangezien dit ten koste gaat van overwinterende kikkers en padden. RAVON geeft aan dat de periode waarin voor wat betreft amfibieën de kans op slachtoffers het kleinst is, tussen begin september en half oktober is. Er blijkt ook een gedragscode van waterschappen te zijn (zie onderstaande mail en bijlage). Kunt u aangeven in hoeverre de werkzaamheden ten koste gaan van de amfibieën en hoe er rekening mee wordt gehouden?”
Een e-mail aan gemeente@wijchen.nl levert geen reactie op. Wijkcontactadviseur Marion van Waaijenburg stuurt een vervolgmail door naar Rino Vinken, hoofd van de gemeentewerf en beheerder openbare ruimten. Van dhr. Vinken krijgen we een keurige reactie – met CC aan de heren Ben Winnemuller, Berry Geurts en Jan Bakker – die onze zorgen wegneemt.
“Geachte LBG,
Wij begrijpen goed dat u zich zorgen maakt om het welzijn van de kikkers en padden bij het uitvoeren van de baggerwerkzaamheden in de gekozen uitvoeringsperiode.
Als bijlage in uw mail heeft u de Gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen toegevoegd. Ik kan u meedelen dat deze gedragscode ook is opgenomen in het baggerbestek en daarmee ook van toepassing is verklaard op het werk dat nu door de aannemer wordt uitgevoerd.
De baggerwerkzaamheden zoals die nu worden uitgevoerd zijn te karakteriseren als bestendig beheer en onderhoud. Dit houdt in dat de werkzaamheden een terugkerend karakter hebben en zijn gericht op het handhaven van een bestaande situatie. Baggerwerkzaamheden vinden doorgaans plaats in een cyclus van 8 tot 15 jaar en worden uitgevoerd om een watergang weer aan een in een legger of keur vastgelegd onderhoudsprofiel te laten voldoen.
Worden baggerwerkzaamheden niet met regelmaat uitgevoerd dan verliest een watergang zijn water afvoerend en/of waterbergend vermogen en is wateroverlast het gevolg. Tevens zal een toename aan nutriënten die vrijkomen uit de baggerspecie afbreuk doen aan de biodiversiteit van de watergang waardoor uiteindelijk een ongeschikt biotoop zal ontstaan voor de aanwezige aquatische flora en fauna waaronder amfibieën.
Voor baggerwerkzaamheden die vallen onder bestendig beheer en onderhoud geldt een vrijstelling voor juridisch zwaarder beschermde (amfibie)soorten die vallen onder de Flora- en faunawet mits er wordt gewerkt volgens de gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen. Een ontheffing voor juridisch zwaarder beschermde soorten is dan niet nodig.
De gedragscode schrijft een aantal maatregelen voor bij baggerwerkzaamheden waarbij schade aan beschermde soorten tot een acceptabel minimum worden beperkt.
Arnold van Rijsewijk (RAVON) geeft in zijn e-mail aan dat de mate van schade aan amfibieën samenhangt met de periode van uitvoer. Dit is inderdaad waar de gedragscode op aanstuurt. De gedragscode omschrijft dat er buiten de gevoelige perioden zoals de voortplantingsperiode en de overwinteringsperiode dient te worden gewerkt. Aangezien de baggerwerkzaamheden plaatsvinden tot en met de maand december is nu alleen de winterperiode van belang.
De genoemde periode van september tot en met oktober waarover in de mailwisseling wordt gesproken is een voorkeursperiode die precies valt tussen de voortplantingsperioden en de winterrust. De werkbare periode is echter ruimer te nemen omdat de klimatologische omstandigheden bepalend zijn wanneer een gevoelige periode aanbreekt. De gedragscode richt zich voor de winterrustperiode op de watertemperatuur. Wanneer de watertemperatuur naar het oordeel van een ter zake kundig ecoloog (die op dit werk aanwezig is) te laag is of er in de weersvooruitzichten aanhoudende vorst wordt voorspelt. Worden de werkzaamheden gestaakt.
Zoals Arnold van Rijsewijk in zijn e-mail ook al laat weten verlaten veel amfibieën in de winterperiode hun voortplantingswater en gaan naar hun landbiotoop waar ze overwinteren onder takkenhopen, boomstronken, muizenholletjes en andere vorstvrije plaatsen in de buurt van struweel, bosschages en andere structuren. Slechts een klein percentage, waaronder de watersalamander overwintert in het water. De in het water overwinterende amfibieën zijn in staat te vluchten voor de werkzaamheden zolang de watertemperatuur dit toelaat en de winterrust niet is ingetreden. Bovendien schatten wij de aanwezigheid van de watersalamander als zeer laag in gezien de ligging en het type water (vrij ondiep en veel eenden dus verrijkt) en het gegeven dat de te baggeren waterpartijen zeer visrijk zijn waardoor de kans op amfibieën zeer beperkt is. De eitjes en larven worden namelijk gegeten door vissen en zeker karpers die in genoemde waterpartijen zeer talrijk voorkomen kunnen dat goed.
Tevens is het vermelden waard dat bij de uitvoer en de voorbereidingen van het werk geen struwelen worden gerooid of mogelijke winterrustlocaties worden betreden door personeel of materieel waardoor de overwinteringslocaties van amfibieën niet worden verstoort.
Op basis van de in de gedragscode genoemde uitgangspunten wordt er op de korte termijn geen schade verwacht aan de aanwezige amfibieënpopulatie binnen de te baggeren trajecten. Voor de lange termijn worden er door de afname in nutriënten mogelijkheden gecreëerd voor een hogere biodiversiteit en daarmee een mogelijk geschiktere leefomgeving voor de aanwezige amfibieën. En nogmaals, op het werk is een ter zake kundig ecoloog aanwezig en zodra er een vorstperiode intreedt worden de werkzaamheden gestaakt.
Ik hoop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd. Met vriendelijke groet”
We bedanken dhr. Vinken voor het geruststellende antwoord, zijn zeker voldoende geïnformeerd en benieuwd naar de ter zake kundig ecoloog.